Inspiratie _

“De Juf en de Kunst” praat met: Jorn Laponder

In de serie “De Juf en de Kunst” duikt onze collega Maria Jacobs de diepte in met verschillende docenten, kunstenaars, muzikanten en theatermakers uit het CVU netwerk. Dit keer spreekt ze met Jorn Laponder educatiemedewerker bij Het Filiaal Theatermakers.

Jorn Laponder komt het restaurant binnengewandeld en we geven elkaar keurig een hand. Dat voelt wat formeel, gezien het feit dat we elkaar al vaker zagen binnen het netwerk van Creatief Vermogen Utrecht. Maar zo goed kennen we elkaar niet en bovendien gaan we iets van belang doen! Ik ga Jorn interviewen over zijn kunstenaarschap, over wat voor soort docent hij is en of er een connectie is tussen beide rollen.

Jorn is verbonden met Creatief Vermogen Utrecht omdat hij educatiemedewerker is bij Het Filiaal Theatermakers. Het Filiaal heeft binnen CVU al jaren verschillende partnerschappen met basisscholen in Utrecht. Het netwerk vindt hij heel waardevol:  “Niet alleen de langdurige relatie die je als gezelschap aangaat met een school, maar ook de contacten met andere culturele instellingen, bijvoorbeeld tijdens collegiale ontmoetingen of kennisdelingsbijeenkomsten. We werken allemaal vanuit dezelfde waarden, je bent met gelijkgestemden. Ik vind het model van De Diamant inspirerend en zet de Diamantslijper (bijbehorende tool, red.) ook in als ik vanuit mijn functie op de HKU studenten begeleid. Daarnaast heb ik vanuit Creatief Vermogen Utrecht meermaals bijgedragen aan het Pabo-symposium Kind in de Wereld. Tijdens speeddates vertelde ik de studenten over Het Filiaal en hoe wij werken met kunsteducatie. Mooi om de leerkrachten van de toekomst te kunnen inspireren meer te doen met kunst en cultuur in de klas!”

Uit wat voor nest komt jij?

Ik ben met mijn ouders en zus opgegroeid in het dorpje Hoornaar, dat ligt in de buurt van Gorinchem. Muziek was belangrijk in ons gezin. Vooral mijn vader draaide veel muziek. Eens in het jaar ging ik met hem naar de Parade. Van tevoren spitten we samen het programma in de VPRO-gids door. We kozen altijd voor Amsterdam; dat vond mijn vader de leukste Parade. Onze sport was: zoveel mogelijk zien! Ik herinner me dat we letterlijk over het festivalterrein van voorstelling naar voorstelling renden. Voor mij als maker en docent is de Parade vormend geweest.”

“Al op jonge leeftijd -ik denk dat ik een jaar of tien was- vroeg ik mijn ouders om een camera. Ik wilde heel graag filmpjes maken, wat in die tijd nog niet zo gebruikelijk was, laat staan op die leeftijd. Hoewel mijn ouders het niet begrepen en hun bedenkingen hadden, kreeg ik er toch één. Ik heb er heel veel mee gefilmd; sketches, televisieprogramma’s en reclames die ik naspeelde met vriendjes. Op de middelbare school heb ik zelfs nog eens met een groepje een horrorfilm gemaakt. Ik vind het nog steeds bijzonder dat mijn ouders toen naar mij geluisterd hebben en mij vertrouwen gaven.”

“Op mijn twaalfde ging ik naar de Jeugdtheaterschool in Gorinchem. Deze move was een schot in de roos! Ik volgde er vier jaar theaterlessen en speelde in producties. De meest inspirerende docent vond ik Elma van Boekel. Wat mij vooral aansprak in haar stijl, waren de duidelijke keuzes die ze maakte. Ze nam bijvoorbeeld een materiaal als papier als centraal uitgangspunt en voerde de mogelijkheden hiervan overal in door: in het spel, het decor, de rekwisieten. Dit leverde fantastische theatrale vondsten op. De kracht van de eenduidigheid heb ik van haar geleerd en zet ik nog altijd in.”

“Gedurende deze jaren op de Jeugdtheaterschool was ik steeds van plan om acteur te worden; daarvoor moest ik na mijn VMBO eerst een middelbare beroepsopleiding doen. Ik koos voor de richting Begeleider Kunst, Cultuur en Media aan het ROC Midden Nederland.”

Hoe verliep jouw studieloopbaan daarna?

“Een studiereis van het ROC naar Italië bleek een sleutelmoment. Ik kwam voor het eerst in aanraking met “Commedia Dell ‘Arte”. De combinatie van humor en diepgang, het maskerspel, het grote gebaar spraken mij zo aan dat ik later terug ben gegaan en in de leer ging bij Antonio Fava, een internationale autoriteit op dit gebied. Fava is acteur, muzikant, regisseur, schrijver, docent en maskermaker. Ik heb er vier maanden gewoond en ontzettend veel geleerd. Van de praktijk van het theatermaken en het maken van Commedia-maskers tot de theoretische achtergronden van dit oude genre, dat nog steeds heel populair is.”

“Gedurende deze MBO-opleiding deed ik veel audities voor zowel acteurs- als docentenopleidingen. Langzaam werd het mij duidelijk dat ik mij veel meer thuis voelde bij de docentenopleidingen. In 2013 studeerde ik af aan de HKU als docerend theatermaker.”

Wat heb jij nodig om creatief te zijn? 

“Lastig! Ik denk dat ik altijd een doel nodig heb, een boodschap die ik wil overbrengen, een interessant verhaal. En ik heb mensen nodig. Ja, ik ben een goede samenwerker! Ik ben een aanpakker en tegelijk flexibel. Ik geef en neem, waardoor de sfeer positief blijft. Bij een idee zoek ik de juiste mensen. Soms een groep, soms iemand met een andere kunstdiscipline, zoals muziek of decorbouw. Ik houd van het interdisciplinaire. We sparren, waarna het onderwerp zich verdiept. We onderzoeken samen en komen stap voor stap dichter bij een nieuw artistiek product. Meestal een voorstelling.”

Hoe gaat dit als je bij Het Filiaal werkt?

“Ook daar werk ik veel samen. Ik ben bij Het Filiaal begonnen als workshopdocent. Ik had na mijn afstuderen in 2013 al veel ervaring opgedaan in het werken met kinderen en jongeren, vaak in een educatieve setting zoals “meespeeltheater”. Ik gebruikte spel in die tijd vooral als middel om bewustwording op gang te brengen rond onderwerpen als roken, omgaan met geld, seksualiteit.”

“Nu ben ik minder uitvoerend docent voor kinderen, maar ontwikkel ik educatief materiaal bij de voorstellingen. Ik loop bij voorstellingen als het ware mee tijdens het maakproces. Intussen ben ik in gesprek met de makers en de andere educatiemedewerkers, brainstormen we over de thema’s die in de stukken zitten en hoe wij die in het educatieve materiaal kunnen verwerken en verdiepen. We maken educatief materiaal voor scholen, basis- en gespecialiseerd onderwijs, voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs, maar ook voor thuis. Op scholen bieden we bijvoorbeeld een TheaterLab en een BeeldendLab aan na afloop van een voorstelling. Zo kunnen kinderen onder leiding van een Filiaal-docent zelf actief aan de slag met de inhoud.”

Naast zijn werk bij Het Filiaal is Jorn ook docent op de Hogeschool voor de Kunsten, afdeling Docent Theater. Hij zit in het kernteam, geeft fysiek theater aan verschillende groepen en is tutor in jaar één en twee. De plek waar hij zelf zijn opleiding deed voelt als thuis, zegt hij.

“Mijn studenten vind ik vaak zo wijs. Ik leer veel van hen, bijvoorbeeld over inclusie, waar ze heel alert op zijn. Dan roep ik: “Jongens, we gaan beginnen!”, en word ik vervolgens op mijn vingers getikt. “Waarom zeg je nou jongens? Je hebt het toch tegen iedereen?” Heel goed hoor, want ik wil iedereen bereiken.  Zij houden me scherp en zorgen dat ik mij bewust ben van allerlei nieuwe ontwikkelingen en inzichten.”

“Een andere inspiratiebron is veel zien. Ik ga vaak naar theater. Maar ik maak mij zorgen over de sector. Ik ben geschokt dat er zoveel gezelschappen -soms met een enorme staat van dienst, zoals Orkater – de komende periode geen of minder subsidie krijgen. Ik vraag mij af of er de komende jaren nog voldoende ruimte blijft voor onderzoek en nieuwe initiatieven.”

Heb je zelf dromen voor de toekomst?

“Ik ben heel tevreden met het nu! Maar laat ik zeggen dat er over twee jaar een nieuwe voorstelling staat. Daar zou ik blij mee zijn.”

Heel fijn om deze bevlogen theaterman te bevragen en zo beter te leren kennen. Voor het culturele veld is het te hopen dat Jorn Laponder nog lang en op vele manieren een bijdrage zal leveren aan het theater en de kunsteducatie.  

Nu afscheid nemen met een hand zou heel raar zijn. Het wordt een hartelijk hug! 

 

naar alle inspiratie