Deze oefeningen trainen de volgende punten: Inspireren van de ander en jezelf, divers creatief gedrag tonen, vanuit esthetisch perspectief de wereld in kijken.
Oefening: Kunst zien in alles
Kijk vandaag bewust om je heen, waar zie je kunst dat officieel geen kunst is? Bijvoorbeeld de streeppatronen op het whiteboard, de lichtval op iemands gezicht, geluiden om je heen als muziekstuk. Bewegingspatronen van mensen als dans? Wat gebeurt er als je op die manier om je heen kijkt? Je kunt ook 5 minuten met je leerlingen zo de klas/gang/schoolplein rondkijken. Welk creatief gedrag h(erken) je bij jezelf of een ander toen je deze opdracht deed? Klik op het pijltje om terug te gaan naar het overzicht met alle onderdelen van de creatieve grondhouding.
Oefening: inspiratiebron delen
Neem één kunstzinnige inspiratiebron (boek/afbeelding van een beeldend kunstwerk/muziekstuk/ filmpje van dans of theaterstuk/trailer van een film/gedicht) mee. Deel deze met de klas of met iemand anders. Vertel kort waarom het je inspireert. Geef de ander (of de klas) de tijd om vragen te stellen of opmerkingen te maken. Hoe was dat om te doen? Welk creatief gedrag h(erken) je bij jezelf of een ander toen je deze opdracht deed?) Klik op het pijltje om terug te gaan naar het overzicht met alle onderdelen van de creatieve grondhouding.
Oefening: verhaal maken
Laat je leerlingen in de tafel groepjes samen een verhaal maken door om en om een zin te zeggen. Geef ze een van de volgende startpunten:een locatie (restaurant, lift, schip, winkel, etc.) een wie (trol, een schoen, tandarts, oma, etc.) sfeer/ situatie (ongeluk, feest, spannend, etc.)Benadruk in je uitleg dat ze op elkaars idee moeten doorbouwen. Let bij jezelf op: concentreer je op het loslaten van het oordeel, blijf luisteren en observeren. Als er hulp nodig is: Stel vooral open, vragen. Wat zie je voor je? Wat is er op de locatie? Waarom zijn ze daar? Hoe voelt het personage zich? Hoe komt dat? Niet voor de klas: Voer deze opdracht uit met iemand anders. Niemand in de buurt: Kies drie elementen die niet persé met elkaar passen bijvoorbeeld restaurants, groen, spannend en schrijf zelf een verhaal. Stel telkens je eigen oordeel uit. Welk creatief gedrag h(erken) je bij jezelf of een ander toen je deze opdracht deed?) Klik op het pijltje om terug te gaan naar het overzicht met alle onderdelen van de creatieve grondhouding.
Oefening: eigen creativiteit (h)erkennen
Doe voor jezelf: 5 minuten of 10 minuten automatisch schrijven of tekenopdracht. (Door blijven tekenen/schrijven) Begin met de zin of vertrek vanuit de zin: – mijn creativiteit zit in… Kom tekens terug op deze zin. Als je niets meer weet schrijf of teken je dat op net zolang tot er weer een idee komt. Welk creatief gedrag h(erken) je bij jezelf of een ander toen je deze opdracht deed? Klik op het pijltje om terug te gaan naar het overzicht met alle onderdelen van de creatieve grondhouding.
Oefening: passie verbeelden
Neem de tijd om je te herinneren waarom je leerkracht bent geworden. Wat was je Ideaal? Wat was je passie? Maak iets in 10 minuten om dat uit te drukken. (Foto/ verhaal /gedicht/ tekening /iets met klei/ muziek/lied /dans/ theater/animatie) Welk creatief gedrag h(erken) je bij jezelf toen je deze opdracht deed? Klik op het pijltje om terug te gaan naar het overzicht met alle onderdelen van de creatieve grondhouding.
Oefening: oplossingen
Laat leerlingen alleen of in een klein groepje, oplossingen verzinnen bij een van de volgende problemen, of verzin zelf een probleem:De herfstbomen bibberen van de kou Draken zijn de weg kwijt en geland in de stad in plaats van in het Sprookjesbos. Een oplossing voor het lerarentekort? Buurvrouw heeft een avontuurlijke reis geboekt, door jungle, zee, berg en woestijn. Maar ze heeft net een baby, hoe vervoert ze die?Sluit je aan bij een goepje. Niet voor de klas: doe deze opdracht met jezelf. Welk creatief gedrag h(erken) je bij jezelf of een ander toen je deze opdracht deed?) Klik op het pijltje om terug te gaan naar het overzicht met alle onderdelen van de creatieve grondhouding.
Oefening: alles is muziek
Luister 2 minuten achterover geleund naar de geluiden om je heen. Wat als het een muziekstuk zou zijn, hoe raakt het je dan? Wat vertelt het je? (Kan ook een negatief gevoel zijn). Wat zou je willen bijdragen? (Kan ook stilte ‘ zijn) Durf je iets bij te dragen, wat gebeurt er dan? In de klas, kun je dit oefenen met de leerlingen en na 1 minuut luisteren wijs je een groepje aan dat iets mag bijdragen terwijl ze naar elkaar blijven luisteren. (Mag ook stilte zijn). Dan ronden ze dat af, ander groepje etc. Betrek jezelf als docent er ook bij, welk geluid wil jij bijdrage, wat gebeurt er als je dat doet? Welk creatief gedrag h(erken) je bij jezelf of een ander toen je deze opdracht deed?) Klik op het pijltje om terug te gaan naar het overzicht met alle onderdelen van de creatieve grondhouding.
Oefening: eigen opdracht maken
Neem 5 minuten en verzin voor morgen/ voor volgende keer dat je in de klas bent een korte creatieve open – opdracht. Kies uit de onderstaande categorieën één ding en plaats die samen in de opdracht.thema: bv. angst, verraad, buitenaards leven, dromen, feest. probleem; bv. Geen energie, het eten is op, zit vast in de lift, koningin komt op bezoek, discipline /werkvorm: bv. Theater, drie tableaus.; schrijf een verhaal; verven /tekenen; dans, animatiefilmpje.Welk creatief gedrag h(erken) je bij jezelf of een ander toen je deze opdracht deed?) Klik op het pijltje om terug te gaan naar het overzicht met alle onderdelen van de creatieve grondhouding.
Meer oefenen?
De creatieve grondhouding bestaat uit vijf onderdelen: in het ‘hier en nu’ zijn mentaal en fysiek, kunnen en durven improviseren, enthousiasme: je eigen creatieve vermogen inzetten, zelfbewustzijn: continu reflecteren, kennis van deelaspecten van creatief vermogen/creatief gedrag.
Ook de andere onderdelen van de creatieve grondhouding bekijken? Je vindt ze op deze pagina.
De oefeningen zijn voor Creatief Vermogen Utrecht ontwikkeld door Salomé Nobel. Copyright: Creatief Vermogen Utrecht